PMO, wat kan je er mee?
Een laagdrempelige start van meer vitaliteit binnen de organisatie kan door Periodiek Medisch Onderzoeken zijn, de PMO’s. Vroeger werden dit de PAGO’s genoemd. Als werkgever ben je verplicht om deze aan te bieden. Vaak wordt het stilzwijgend aangeboden, zodat niet veel mensen er gebruik van maken. Scheelt weer kosten. En stel je eens voor wat er allemaal voortkomt uit een PMO. Laten we het er gewoon maar niet over hebben.
Zelf heb ik collega’s gehad die het zonde vonden dat de werkgever het betaalde. Want de testen deed de huisarts toch ook. Een paar jaar later hebben we toch besloten om het anders aan te pakken. En daar zat echt het verschil.
Door een actieve inzet kan je er zowel als medewerker als werkgever zoveel uit halen. Als de cultuur ernaar is, kan het echt iets zijn wat echt bijdraagt aan de ontwikkeling en werkplezier van jouw mensen. En laat dat ook steeds hoger op het lijstje staan, om mensen te blijven boeien en binden in deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt.
Als wij organisaties verder helpen in een vitaliteitstraject, dan geven we ook mee om echt te kijken hoe je dit kan borgen in je DNA. Je kan het aanbieden als een losstaand ‘HR-dingetje’. Maar juist goed zorgen voor je mensen, zorg dragen dat ze energie hebben tijdens en vooral ook na het werk, kan je ook echt onderdeel maken van je bedrijfscultuur. En het goed zorgen voor elkaar is natuurlijk ook een belangrijk element binnen een Noaber~organisatie.
Een belangrijke verdiepingsstap die je kan maken bij een PMO is om deze aan te vullen met een vitaliteitsgesprek. Je laat dan eerst de onderzoeken plaatsvinden. En als de medewerkers de uitkomsten binnen heeft, bied je de medewerker een vitaliteitsgesprek aan. Tijdens deze gesprekken worden de uitkomsten besproken. Maar goed om te weten, afgelopen jaren heb ik veel vitaliteitsgesprekken gevoerd. En vaak heb je het dan niet over de eetgewoontes, maar komen er veel andere zaken aan de orde. Zaken waar het vooral om gaat. Welke vraag zit achter de vraag? Want heel vaak zie je dat er aandacht is voor dat wat we zien of merken. Maar is er te weinig oog voor wat erachter ligt.
Je denkt nu misschien: ‘Ik ben toch geen psycholoog?’ Dat hoef je ook niet te zijn. Ten eerste worden er mensen opgezet die verstand hebben van het voeren van dit soort gesprekken. Maar het kan ervoor zorgen dat bij mensen de blik verbreed wordt. Ten eerste kan dat prettig zijn voor de persoon zelf. Maar als je als organisatie ook bezig bent met ontwikkeling, is het ook erg van waarde als iemand met een onafhankelijk persoon kijkt naar onderwerpen als vitaliteit, werkplezier, werk/privé balans.